achtergrond
- Er is geen goede correlatie tussen de titer van de moederlijke alloantistoffen en de mate van hemolyse bij het kind.
- Monocyten/macrofagen zijn verantwoordelijk voor de afbraak van erytrocyten, beladen met niet-complementbindende IgG alloantistoffen.
- Uit onderzoek op ons lab. is gebleken dat de mate van afbraak van erytrocyten, beladen met moederlijke alloantistoffen, door monocyten van gezonde donors in vitro, goed correleert met de ernst van hemolyse bij het kind.
Uitslagen
Antistof-afhankelijke cytotoxiciteitstest.
Percentage Hemolyse bij het kind:
0 - 10 Geen
10 - 30 Geen of geringe
30 - 50 Geringe tot matige
50 - hoger Ernstige tot zeer ernstige
Bij ander antistoffen dan het anti-rhesus (D) antistoffen is de relatie tussen de mate van hemolyse en het bepaalde percentage gebaseerd op de evaluatie van een veel geringer aantal patienten dan bij rhesus immunisaties. De voorspellende waarde van het bepaalde percentage zou hierdoor geringer kunnen zijn.
Longitudinaal onderzoek
- Een negatieve of matig positieve uitslag in de 32e week van de zwangerschap wil niet zeggen dat bij het kind geen ernstige hemolyse zal optreden. Namelijk boostering in een later stadium kan nog leiden tot ernstige hemolyse: geregelde controle in de ADCC- test kan aangeven of dit het geval is.
- De kans dat bij een geval waarbij het bepaalde percentage tot de bevalling laag blijft ( <30% ) toch immuun-gemedieerde hemolyse plaatsvindt is minimaal.
- Een acute stijging is indicatief voor een boostering van de antistof productie en wordt meestal gevolg door versterking van de hemolyse.
- Bij een uitslag die wijst op ernstige tot zeer ernstige hemolyse kan niet aangegeven worden wanneer de hemolyse op gang komt.
Redenen voor "vals-positieve" resultaten
- De vader is heterozygoot voor het betreffende antigeen en het kind is hierdoor negatief. De allo antistoffen zijn dan ontstaan tijdens een eerdere immunisatie. De directe anti-globuline test op erytrocyten van het kind is dan negatief.
- De activiteit van monocyten/macrofagen van het kind is sterk verlaagd door moederlijke monocyt-blokkerende alloantistoffen. De directe antiglobuline test op de erytrocyten van het kind is dan pos. en er is een risico op uitgestelde hemolyse ( tot 3 maandenpost partum ).